woensdag 2 juni 2010

De eerste dag


Vandaag kreeg mijn been zijn eerste portie aandacht in de vorm van een lokale radioactieve bestraling. Afgelopen maandag ben ik getekend. Het is mooi dat al deze apparatuur bestaat, maar het heeft zeker ook iets engs, als je er aan overgeleverd bent. Er is niets om te controleren, omdat ik van het geheel niets snap. Het gaat mijn weten te boven. Toen ik de deur van het kleedhokje achter me sloot merkte ik de zwaarte van de deur en zag het als een bevestiging dat ik op de goede afdeling was beland. Een jong meisje met krullen bekeek me aandachtig en vertelde wat er zou gebeuren. EƩnmaal in de bestralingsruimte kwam er een tweede radioloog bij om me op het toestel precies in de juiste houding te leggen. Het was even een klusje om het goed te krijgen en als patient kun je eigenlijk alleen maar bereidwillig je laten vormen. Daarna gingen ze beiden weg en de krullen zuster zei terug te komen wanneer het toestel klaar was. Ze zei me zo stil mogelijk te blijven liggen en wanneer ik moest hoesten mijn arm op te steken. Ook wanneer er iets anders niet goed met me ging. Met de armen gekruist op mijn borst onder ging ik mijn lot. De bestraling duurde maar heel kort en ik voelde er geen lichamelijke sensaties door geen prikkelingen en ook geen warmte. Het toestel bestraalde eerst van achteren en draaide daarna zelfstandig naar de voorkant om daar nog een moment zijn aandacht te schenken. De laboranten zaten ondertussen in een andere ruimte en hielden me van achter een glazen wand in de gaten. De krullen zuster zei bij het afscheid dat ik niet moest schrikken wanneer de pijn verergerde dat kan een reactie zijn op de vochtophoping. Al met al stond ik na 10 minuten weer buiten met een ervaring rijker. Maandag kwam ik een bewoner tegen van het verzorgingshuis waar ik werk. Hij sprak me gisteren aan en zei: ik zag u toch gisteren in Alkmaar en u bracht een mevrouw, dan kunt u mij ook wel brengen. Ik voelde me genoodzaakt hem te vertellen dat ik niet die mevrouw bracht, maar de Mevrouw mij en dat ik juist door deze ervaringen hem beter kon begrijpen. Hij was er gisteren in de gespreksgroep, zat dicht naast, maar sprak niet door pijn.
Zelf heb ik een pijnstiller ingenomen en dat maakt het draaglijk. Ik hoop dat deze vorm van aandacht mijn lijf een steuntje geeft om die tumor op die plaats te beteugelen. Morgen moet ik vroeg en daarna ga ik op Jolien passen. Een hele directe verbinding die mij doet voelen waarom deze behandeling belangrijk is.

Geen opmerkingen: