Gisteren naar het cabaret geweest, mijn geesteskindje. Ze hadden er veel werk van gemaakt en vooral het acteren zat er beter in dan voorgaande jaren. Er was goed op de teksten geoefend. Geen spiekbriefje gezien. Het thema was wat verder van de zorg weg, een levensverhaal met doorkijkjes naar vroeger en nu. Het voordeel was dat de outsiders het beter begrepen, het was toegankelijker qua thematiek. Het nadeel is dat het confronterende karakter van het cabaret nu duidelijk na de achtergrond geschoven was. De organisatie heeft waarschijnlijk een zucht van verlichting geslaakt en ook was er minder herkenning onder het personeel en daardoor minder spanning. Die spanning geeft een extra dimensie aan deze vorm van cabaret en is eigenlijk de legitimering van het bestaan van deze aparte groep, volgens mij. Maar kinderen worden groot en krijgen een eigen kleur. Dit kind is van deze tijd en heeft meer aandacht voor buitenkant. De rode loper lag uit en dat heeft ook bepaalde charmes.
vrijdag 23 april 2010
woensdag 21 april 2010
zonder foto
Mijn computer is vervangen door een laptop en op dit moment maakt hij (of is het een zij) me nog niet gelukkig. Ik probeer de bibliotheek netjes te houden en dat lukt aardig, omdat ik er bijna niets in opgeslagen krijg. Ook mijn externe harde schijf vind ik niet terug. Foto's kunnen niet bereikt worden en/of opgeslagen. Vanaf Pasen heb ik een Oma gevoel. Mijn zonen kwamen beide met vrouw en kind langs, gedroegen zich opmerkelijk volwassen en ik zag door een bepaalde lichtval in de spiegel mijn fors toegenomen rimpels. Inmiddels heb ik Fenna al toegezegd dat ik er uit zal gaan zien zoals een oma betaamd wat corpulenter, grijs en rimpelig maar wel lief en vol genegenheid en aandacht. Deze week las ik in een feministisch artikel dat veel vrouwen achteraf het vijftigste levensjaar als een mijlpaal beschouwen op het gebied van persoonlijke vrijheid. Vanaf dat moment wordt men er zich van bewust dat er meer is in het leven dan alleen mannen behagen en wordt het juk om de buitenkant van je lijf intact te houden van zich afgeworpen. Nu ik werp niets af, het overkomt me gewoon en ik zoek naar een nieuwe identiteit waar ik voorlopig ook mee verder kan. Mijn laptop draagt op dit moment niet bij aan een nieuwe zekerheid. Ik ben nog in de probeerfase en met vallen op opstaan probeer ik verschillende werkzaamheden uit. Erg hard leer ik niet, maar ik ben voor mezelf mijn hele leven al ongeduldig geweest. Vanmorgen was ik in het ziekenhuis bij mijn oncoloog, die het erg druk had waardoor het in de huiskamer van de afdeling gezellig vol werd. Dat is nog wel eens verschillend, want het kan ook een Ziekenhuis Westgevoel opleveren zoals de bewoners van het verzorgingshuis waar ik werk zouden zeggen. Het betekent dan: dat je alle ziektegeschiedenissen, symptomen en vooral gemaakte vermeende medische missers moet aanhoren. Vanmorgen ging het gesprek over grote gezinnen en hoe ouders daar vroeger mee omgingen. Nostalgie dus en belanden als vanzelfsprekend in de huidige tijd en computers. Eén van de heren vertelde dat de rechterkant van de muis nog weleens uitkomst wilde brengen. De rechterkant is vandaag dus erg veel gebruikt en soms lukte het inderdaad. Er moeten echter ook sommige programma's worden geinstalleerd en dan weet ik het niet meer. Een ITCer zal ik nooit worden.
De uitslagen van het bloed zijn goed. De marker was 1 punt gezakt het nieuwe medicijn Tamoxifen lijkt dus aan te slaan. Wel krijg ik een gesprek met de radioloog over een palliatieve bestraling van mijn rechter dijbeen. Het gat in het bot lijkt is zich door de aantasting van de kankercellen aan het vergroten en door de bestraling kan het getemperd worden. Na verloop van tijd komt er na de bestraling weer bindweefsel voor in de plaats. Het is niet eenvoudig hierin keuzes te maken en dat heeft veel te maken met de aard van de ziekte. Ondanks het feit dat ik me op dit moment weer goed voel kan het doorwoekeren. Het is en blijft een sluipmoordenaar. Mijn haar lijkt weer te gaan groeien, want het kriebelt op mijn hoofd. Okselhaar is niet zo erg als je dat kwijt raakt, maar je hoofdhaar is zo gezichts bepalend. Gelukkig ben ik gestopt met de Arimidex die daar verantwoordelijk voor was. Wanneer de bestraling nu ook nog lukt en het gewenste resultaat heeft, kan ik er voorlopig weer even tegen en doorgaan met OMA worden
De uitslagen van het bloed zijn goed. De marker was 1 punt gezakt het nieuwe medicijn Tamoxifen lijkt dus aan te slaan. Wel krijg ik een gesprek met de radioloog over een palliatieve bestraling van mijn rechter dijbeen. Het gat in het bot lijkt is zich door de aantasting van de kankercellen aan het vergroten en door de bestraling kan het getemperd worden. Na verloop van tijd komt er na de bestraling weer bindweefsel voor in de plaats. Het is niet eenvoudig hierin keuzes te maken en dat heeft veel te maken met de aard van de ziekte. Ondanks het feit dat ik me op dit moment weer goed voel kan het doorwoekeren. Het is en blijft een sluipmoordenaar. Mijn haar lijkt weer te gaan groeien, want het kriebelt op mijn hoofd. Okselhaar is niet zo erg als je dat kwijt raakt, maar je hoofdhaar is zo gezichts bepalend. Gelukkig ben ik gestopt met de Arimidex die daar verantwoordelijk voor was. Wanneer de bestraling nu ook nog lukt en het gewenste resultaat heeft, kan ik er voorlopig weer even tegen en doorgaan met OMA worden
Abonneren op:
Reacties (Atom)